Eten bij luxe restaurants: “Mijn man Pieter-Paul en ik vinden het heerlijk om lekker uit eten te gaan. We kiezen vaak voor restaurants uit de Michelin-gids, omdat we dan zeker weten dat het een bijzondere ervaring zal zijn,” vertelt Rozemarijn. “Onze dochters van 3 en 5 blijven dan thuis met de oppas. Ze hebben echt geen zin in een uitgebreid zevengangenmenu met bijpassende wijn, dus genieten wij daar met z’n tweeën van. Het is ook fijn om even tijd voor onszelf te hebben. Terwijl onze kinderen en de oppas zich vermaken met een pizza, genieten wij van een sterrenmaaltijd. Iedereen blij.”
Fijne complimenten
Hoewel ze het fijn vinden om bij de oppas te zijn, vragen de kinderen steeds vaker of ze mee mogen naar het restaurant. “Kinderen van deze leeftijd in een sterrenrestaurant zien wij nog niet gebeuren, maar voor een lunch nemen we ze wel geregeld mee. Pieter-Paul en ik bestellen dan elk twee gerechten, en de kinderen eten lekker mee. Ze gedragen zich meestal keurig. Een tijd geleden kregen we zelfs complimenten van andere gasten omdat ze zo netjes en gezellig waren.”
Fristi en kleurplaten
Maar het gaat niet altijd zonder slag of stoot. “Onze oudste was laatst erg chagrijnig zodra we een eetcafé binnenliepen. Niets was goed genoeg en ze zei dat ze het ‘een stom restaurant’ vond. Pieter-Paul en ik wilden het liefst in de grond verdwijnen, maar de serveerster loste het mooi op met een Fristi en een kleurplaat. Daardoor kalmeerde ze en konden wij rustig van ons eten genieten. Uiteindelijk heeft bijna niemand echt last van haar gehad.”
Vervelende blikken
Laatst ging het alsnog mis, dit keer in een kleine bistro. “Met speelgoed en iPads kwamen we binnen. Terwijl we alles voor de kinderen klaarmaakten, voelden we al onprettige blikken van mede-gasten. ‘Waarom kijkt die mevrouw zo boos?’, vroeg onze oudste nogal luid, terwijl een dame ons streng aankeek. Ik negeerde de vraag en glimlachte vriendelijk naar de vrouw, die toen haar hoofd wegdraaide en begon te fluisteren met haar tafelgenoot. Wat een negatieve blik, dacht ik bij mezelf.”
Lees verder op de volgende pagina