Ik ben 23 en mijn vader is 78: waarom zijn late kinderwens me nog altijd bezighoudt

Eva is 23 en draagt al jaren de emotionele last van het feit dat haar vader inmiddels 78 is. Dat forse leeftijdsverschil heeft hun band door de jaren heen flink gevormd.

“Ik begrijp niet waarom hij op zo’n late leeftijd nog een kind wilde,” zegt Eva gefrustreerd. Voor haar is het lastig te accepteren dat haar vader niet meer barst van de energie, maar leeft met de grenzen die bij ouder worden horen.

Van jongs af aan merkte Eva dat haar leven anders liep dan dat van leeftijdsgenoten. “Andere vaders zijn zo actief en doen van alles met hun kinderen. Het steekt dat mijn vader dat niet kan,” vertelt ze eerlijk.

Haar vader kreeg haar pas na zijn 55e, en vaak voelt het alsof hij niet dezelfde vaart en levendigheid heeft als jongere vaders. “Soms ben ik bijna jaloers op vrienden met vaders die nog vol plannen zitten en midden in het leven staan. Mijn vader is die fase al voorbij.”

Veel van Eva’s boosheid komt voort uit een gevoel van gemis, alsof ze iets kostbaars is misgelopen doordat haar vader al ouder is. Waar vrienden moeiteloos een weekendje weg gaan of samen sporten met hun vaders, botst zij telkens op zijn lichamelijke grenzen.

“Het voelt soms oneerlijk,” geeft ze toe. “Alsof mijn jeugd niet helemaal compleet was.” Ze snapt dat haar vader destijds goede redenen had om op latere leeftijd een kind te krijgen, maar het blijft aan haar knagen dat ze een stukje jeugd heeft moeten inleveren.

Daarnaast vreest Eva wat de toekomst brengt. “Het idee dat we misschien maar weinig tijd samen hebben, maakt me verdrietig. Nu ik zelf ouder word, komt dat besef extra hard binnen.”

De gedachte dat haar vader niet altijd in haar leven zal zijn, maakt haar niet alleen somber maar ook boos. Voor haar blijft het lastig te begrijpen waarom hij zo laat nog voor het vaderschap koos, gezien de impact die dat op haar leven heeft.

Eva’s zorgen over later

Eva’s frustratie komt niet alleen door de beperkte energie die haar vader heeft. Ze voelt zich ook geremd in wat ze samen kunnen doen. “Ik kan niet zomaar spontaan met hem op vakantie, of een lange wandeling maken zoals ik zou willen. We moeten altijd rekening houden met wat voor hem haalbaar is,” zegt ze. Dat het niet haar keuze is, schuurt.

Als ze dit bij vrienden aankaart, merkt ze dat ze zich vaak inhoudt. “Als ik hoor wat zij allemaal met hun ouders ondernemen, dringt het tot me door dat ik niet mee kan doen.” Dat is pijnlijk, juist omdat het buiten haar macht ligt. De frustratie voelt soms bijna als schuld, alsof ze ondankbaar is voor wat er wél is, terwijl ze gewoon verlangt naar een gewone vader-dochterband.

Lange tijd sprak Eva haar gevoelens niet uit, maar steeds vaker beseft ze dat ze een manier moet vinden om hier vrede mee te sluiten. Haar vader is er, en ondanks zijn leeftijd geeft hij liefde en steun. Toch blijft het knagen dat hun relatie waarschijnlijk anders was geweest als hij jonger was.

“Ik wil hem niet tekortdoen of ondankbaar lijken, maar ik moet eerlijk blijven naar mezelf,” zegt Eva. De mix van verdriet en verlies is ingewikkeld en moeilijk te plaatsen. Ze wil hem niet laten voelen hoe diep die frustratie zit, maar ziet ook dat deze situatie haar heeft gevormd. Ze hoopt uiteindelijk een weg te vinden die recht doet aan hem én aan haar eigen gevoel.