Een raadsel kan heel eenvoudig ogen, tot je echt aan de slag gaat. De tekening met een kat, een schildpad en een tafel is daar een schoolvoorbeeld van. Je krijgt twee metingen: één met de kat op de tafel en de schildpad op de vloer, en één waarbij ze van plek wisselen. De vraag is simpel: hoe hoog is de tafel?
Er zijn twee scenario’s:
Kat op de tafel, schildpad op de grond: het verschil in hoogte bedraagt 170 cm.
Schildpad op de tafel, kat op de grond: het hoogteverschil is 130 cm.
Klinkt lastiger dan het is; met wat logisch nadenken ben je er zo.

De variabelen
Even overzichtelijk opschrijven:
T = tafelhoogte
C = hoogte van de kat
U = hoogte van de schildpad
Uit scenario 1 krijg je:
(T + C) – U = 170
Uit scenario 2 krijg je:
(T + U) – C = 130
De oplossing
Tel je de twee vergelijkingen op, dan vallen C en U weg:
(T + C – U) + (T + U – C) = 170 + 130
2T = 300
T = 150
De hoogte van de tafel
De tafel komt uit op 150 cm hoog.
Waarom deze puzzel leuk is
Dit raadsel laat mooi zien hoe je met simpele vergelijkingen iets oplost dat in eerste instantie niet meteen helder is. Zonder ingewikkelde wiskunde kun je met logisch redeneren tot een exact resultaat komen. Perfect voor iedereen die houdt van compacte, slimme breinbrekers.