Overrompeling door Katten in de Tuin van Tineke
In een charmante buurt, vroeger bekend om de kalmte, kampt de 57-jarige Tineke met een serieus probleem: er komen massa’s katten op haar tuin af. Voor haar lijkt het net alsof ze in een asiel woont, zonder ook maar iets terug te krijgen van de liefde die normaal met dieren hoort te komen. “Het is alsof mijn tuin niet meer van mij is,” zucht ze.
De katten, die van de buren komen, hebben haar bloementuin helemaal ingepikt. Wat ooit haar plek van ontspanning was, is nu meer een slagveld geworden waar katten hun krabsporen en uitwerpselen achterlaten. “Het verbaast me dat de buren niets doen aan deze situatie,” merkt ze op terwijl ze naar haar ooit zo prachtige, nu beschadigde, tuin kijkt.
Tineke begrijpt dat buren erg gehecht zijn aan hun pluizige vrienden, maar ze vindt het raar dat ze de klachten gewoon negeren. Talrijke pogingen om hierover te praten, hebben niks opgeleverd. “Katten zijn nu eenmaal katten, zeggen ze steeds, maar wat moet je dan als je dagelijks leven op zijn kop staat door andermans huisdieren?”
Haar eigen moestuin heeft er ook onder te lijden gehad; moeite en zorg die ze erin heeft gestoken, zijn tevergeefs door de sporen en de chaos die de katten achterlaten. De groenten zijn vernield, en van een goede oogst kan ze nauwelijks nog spreken. Wat ooit haar trots was, geeft haar nu alleen maar kopzorgen.
Zelfs pogingen om met afschrikmiddelen de katten weg te houden, lijken niets uit te halen. “Die katten zijn nergens bang voor,” zegt ze, terwijl haar blik valt op de ongeïnteresseerd relaxende katten die op het gazon hun tijd doorbrengen. “Het voelt als een verlies van mijn eigen tuin door de achteloosheid van anderen.”
Een Buurtkwestie
Tineke begint zelfs aan haar buren te twijfelen. “Het lijkt erop dat ze helemaal niet zien hoe het voor mij is,” zegt ze gelaten. “Toen ik vroeg om de katten binnen te houden, reageerden ze dat het onmogelijk was omdat katten hun vrijheid nodig hebben.” Maar daardoor voelt Tineke zich van haar eigen stukje buitenruimte beroofd.
Dit onbegrip maakt dat ze zich steeds meer alleen voelt in haar strijd. Hoewel andere buren de katten ook lastig vinden, zijn ze terughoudend om het probleem direct aan te kaarten. “Niemand wil discussies aangaan, maar intussen wordt de situatie alleen maar ingewikkelder,” verklaart ze. Voor Tineke is het onbegrijpelijk waarom niemand het aandurft om het probleem openlijk te bespreken.
In gedachten speelt Tineke met de gedachte om de autoriteiten in te schakelen, maar ze is bang voor eventuele negatieve uitkomsten. “Ik wil niet de zeurpiet zijn, maar soms denk ik dat dat wel de enige manier is om serieus genomen te worden,” zegt ze nadenkend.
Maar er gloort nog hoop. Tineke overweegt om een bijeenkomst te organiseren voor de buurt. “Misschien, als we de handen ineenslaan, kunnen we een oplossing vinden die voor ons allemaal werkt,” denkt ze hardop. Ze hoopt dat haar buren samen tot een akkoord kunnen komen, zodat iedereen van zijn eigen stukje natuur kan genieten.
Haar wens is simpel: vreedzaam samenleven. “Ik zou willen dat iedereen blij en vrij kan zijn in zijn eigen huis en tuin,” zegt ze. Terwijl ze volhardt in haar poging, hoopt ze dat de buren inzien dat samenleven ook gedeelde verantwoordelijkheid betekent.