Zo houd je aardappelen veel langer vers met één simpele hack
Aardappelen zijn echte alleskunners in de keuken: ze vullen goed, passen overal bij en blijven doorgaans prima houdbaar. Toch tref je in een geopende zak soms slappe, rimpelige of al ontkiemende exemplaren. Wil je ze op een natuurlijke manier langer in topvorm houden? Er is een verrassend makkelijke oplossing die weinig kost en zo geregeld is.
Waarom schieten aardappelen zo snel uit?
Om kiemen tegen te gaan, helpt het om te snappen wat het triggert. Aardappelen reageren op warmte, vocht en licht. Krijgen ze daar te veel van, dan gaan ze in “overlevingsmodus” en vormen ze spruiten. Die jonge uitlopers teren op de voorraadstoffen in de knol, waardoor je aardappelen zachter worden en de smaak achteruitgaat.
Let ook op verkleuring: liggen aardappelen te lang in het licht, dan kleuren ze groen door solanine. Dat is een natuurlijke beschermstof, maar voor jou niet wenselijk. Zie je groene plekken of proef je bittere smaak, dan kun je die aardappel beter laten liggen.
De onverwachte redder: leg er een appel bij
De simpelste hack? Stop een appel bij je aardappelen. Appels geven van nature ethyleengas af. Dat gas remt het kiemen van aardappelen en vertraagt de vorming van uitlopers. Door één appel in dezelfde zak, krat of mand te leggen, houd je het kiemproces veel langer in toom. Helemaal zonder chemische hulpmiddelen: gewoon slim gebruikmaken van een stukje fruit dat je vaak toch al hebt liggen.

Zo doe je het slim
Kies een frisse, gave appel. Een exemplaar met rot of schimmel geeft juist ellende en kan je aardappelen sneller laten bederven.
Bewaar de aardappelen samen met die appel op een koele, droge, donkere plek. Een temperatuur van ongeveer 4–10 °C werkt het best. Vermijd zonlicht en warme plekken zoals kastjes boven het fornuis.
Zorg voor ventilatie. In plastic blijft vocht hangen en dat is precies waar schimmel en bederf van houden. Een stoffen of papieren zak, houten kistje of open mand is veel beter.
Vervang de appel zodra hij zacht wordt of begint te rotten. Een frisse appel doet zijn werk; een overrijpe niet en kan de rest juist aantasten.
Bewaarfouten die je beter vermijdt
De koelkast lijkt handig, maar is het niet. Bij lage temperaturen wordt zetmeel omgezet in suiker. Dat verandert smaak en structuur, en bij bakken of frituren krijg je sneller donkerbruine plekken.
Laat aardappelen niet in het licht liggen. Licht versnelt zowel het kiemen als het groenen door solanine. Donker bewaren dus.
Leg aardappelen niet naast uien. Uien geven gassen en vocht af die het bederf bij aardappelen kunnen versnellen. In de pan een topcombi, in de voorraadkast geen succes.
Extra tips die echt helpen
Wikkel porties desnoods in krantenpapier. Dat houdt licht tegen en neemt wat vocht op, waardoor de omstandigheden stabieler blijven.
Houd de bewaarplek schoon en droog. Even vegen en luchten scheelt schimmel en nare geurtjes.
Check wekelijks je voorraad. Haal beschadigde of zachte knollen eruit; één rotte aardappel steekt zo de rest aan.
Hou de omstandigheden in de gaten
De appeltruc werkt, maar niet als de omgeving niet deugt. Te warm, te vochtig of te veel licht? Dan helpt het amper. Combineer die ene appel met een koele, donkere plek en goede luchtcirculatie, en je merkt echt verschil.
Kleine moeite, groot verschil
Met deze eenvoudige aanpak blijven je aardappelen weken, soms zelfs maanden, stevig en smakelijk. Je hoeft minder weg te gooien en je hebt altijd een goede basis voor puree, stamppot of een snelle traybake. Geen speciale spullen nodig: een appel, een geschikte bewaarplek en een paar slimme gewoontes doen het werk. Probeer het en zie hoe lang je aardappelen mooi blijven zonder gedoe.