Anneke (52) ziet haar ouders de erfenis verbrassen: moet ze ingrijpen of haar mond houden?

“Ze pakken het ene vliegtuig na het andere, en ik zit te worstelen met mijn rekeningen,” zegt Anneke, 52, hoorbaar geïrriteerd. Haar ouders, beiden op hoge leeftijd, genieten volop van hun pensioen. Voor Anneke voelt dat plezier toch een beetje zuur.

Van een grote woning naar een klein huurflatje

Een paar jaar terug deden haar ouders hun ruime gezinswoning in Amstelveen van de hand. Dat leverde een mooie som op. In plaats van te beleggen of iets apart te zetten voor later, kozen ze voor een knus huurappartement en besloten ze de overwaarde te laten rollen. En dat doen ze, met zichtbaar plezier.

Altijd op pad en niet bepaald zuinig

Thuis zijn ze bijna nooit, vertelt Anneke. “Echt, ze gaan tekeer alsof ze weer twintigers zijn. De ene cruise na de andere, vluchten naar Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, je kunt het zo gek niet bedenken.” Ze weet wat zulke trips kosten, en dat wringt. “Goedkoop is het niet, dat weet ik. Elke ansicht die binnenkomt voelt als: daar gaat weer een stukje van wat ooit onze kant op zou komen.”

“Ik gun het ze, en toch schuurt het”

Anneke zegt dat ze haar ouders alle plezier van de wereld gunt, maar je hoort iets anders tussen de regels. “Natuurlijk mogen ze genieten. Ze hebben hard gewerkt. Maar een beetje vooruitdenken kan heus geen kwaad, toch? Soms lijkt het alsof ze vergeten dat er ook nog kinderen zijn.”

Geld dat ooit echt iets kon betekenen

Voor Anneke draait het niet alleen om jaloezie; er zit ook nood achter. Financieel zit ze krapper dan ze had gehoopt. Haar baan in de zorg betaalt niet royaal en ze heeft twee studerende kinderen. “Een beetje steun, of later een erfenis, zou enorm schelen,” zegt ze. “Nu zie ik dat geld letterlijk opgaan aan tickets en hotels.”

De generatie die nú leeft

Haar ouders zien het totaal anders. Volgens hen hebben ze hun hele leven zuinig gedaan, gespaard, gewerkt en belasting afgedragen. Nu het eindelijk kan, willen ze genieten van hun eigen spaarpot. “We hebben het zelf verdiend,” zegt haar moeder vaak. “En je neemt niks mee als je sterft.” Die zinnen doen Anneke meer dan ze wil toegeven.

Het verschil tussen iets gunnen en iets verwachten

Anneke weet dat ze nergens recht op heeft. Juridisch niet, en moreel waarschijnlijk ook niet. Toch voelt het scheef. “Mijn hele jeugd werd gezegd dat het huis ‘ooit voor ons’ was,” vertelt ze. “Dat gaf een gevoel van zekerheid. Blijkt nu dus gewoon niet zo te zijn.”

Een kloof in hoe je naar geld kijkt

Dit gaat om meer dan geld. Het is een botsing in mindset tussen generaties. Ouderen die na jaren soberheid eindelijk durven leven, tegenover kinderen die zijn opgevoed met spaarzin als norm. Anneke ziet het overal. “Vrienden van me zeggen hetzelfde. Hun ouders trekken ook de wereld rond, terwijl wij puzzelen met hypotheek en energierekening.”

Wie heeft er een punt?

Moeten ouders hun spaargeld bewaren voor hun kinderen, of mogen ze het gerust opmaken aan vrijheid en plezier? Anneke is niet neutraal. “Ze hoeven heus niet alles weg te zetten, maar iets overlaten zou wel zo prettig zijn. Alles opmaken voelt ondankbaar, alsof we er niet toe doen.”

Een lastig gesprek om te voeren

Ze durft het niet echt met haar ouders te bespreken. “Dan vinden ze me ondankbaar. Dat ben ik niet; ik maak me gewoon zorgen. Over later, over hoe wij het moeten redden zonder vangnet.” Haar ogen glimmen even, half van frustratie, half van verdriet.

Wat vind jij?

Heeft Anneke een punt, of moeten haar ouders vooral onbekommerd genieten van hun eigen geld? Waarschijnlijk valt er voor beide kanten iets te begrijpen. Eén ding springt eruit: geld verbindt lang niet altijd — soms drijft het generaties uit elkaar.

En terwijl haar ouders weer op reis gaan, dit keer richting Bali, blijft Anneke achter met een lege rekening en een hoofd vol vragen. “Ik hoop dat ze gelukkig zijn,” zegt ze zacht. “En ik hoop ook dat er iets overblijft. Gewoon, een beetje. Voor ons.”