“Dit voelt als ordinaire roof,” zegt Paul, 58, terwijl hij met gekruiste armen naast zijn blinkende camper staat. “Straks tik ik 200 euro per maand af aan motorrijtuigenbelasting, voor een voertuig dat zeker een half jaar geen meter rijdt. Dat is toch te belachelijk voor woorden.”
Een droom die omslaat in ergernis
Na een periode van ziekte maakte Paul eindelijk een oude wens waar: hij kocht een ruime camper. “Ik wilde al zo lang zorgeloos door Europa toeren, zonder haast. Elk voorjaar gaan mijn vrouw en ik richting Zuid-Frankrijk of Italië, en dan genieten we intens.” De rest van het jaar staat de camper netjes in de stalling, droog en veilig. “Hij staat dan gewoon stil, ik gebruik hier geen strook asfalt.”
Maar dat mooie plaatje raakt nu vertroebeld. Vanaf 2026 wil de overheid de motorrijtuigenbelasting voor campers opschroeven: niet langer het huidige kwarttarief, maar een halftarief. Concreet betekent dat dat Paul in plaats van ongeveer 100 euro per maand straks zo’n twee keer zoveel kwijt is.

“Ik rijd die wegen nauwelijks”
Wat hem het meest raakt, is betalen voor iets waar hij amper gebruik van maakt. “In de winter staat de camper hier geparkeerd. Ik rijd dan helemaal niet. En als ik in de zomer op pad ga, is dat meestal in het buitenland. Frankrijk, Spanje, Duitsland – overal, behalve in Nederland. En toch moet ik hier de volle prijs neerleggen. Dat is toch krom.”
Volgens Paul laat dit beleid zien dat de politiek geen gevoel heeft voor mensen die zuinig en bewust rijden. “Ik maak in Nederland geen duizenden kilometers, ik draag weinig bij aan slijtage van het wegdek. Toch word ik behandeld alsof ik dagelijks in de spits over de A2 ploeg.”
“Altijd maar meer willen”
Paul is onverbiddelijk in zijn oordeel. “De politiek wil nooit genoeg. Het is altijd meer, meer, meer. Eerst ging de benzineprijs door het dak, toen de energieheffingen, en nu dít weer. Waar stopt het? Gewone mensen worden uitgeknepen tot er niets meer te halen valt.”
Vooral partijen die volgens hem zeggen “de gewone man” te steunen, vallen hem tegen. “Ze claimen op te komen voor gepensioneerden en hardwerkende Nederlanders. Maar zodra er geld te rapen valt, hoor je niemand. Dan lijkt je stem ineens niets meer waard.”
Campereigenaren lopen over van woede
Paul staat niet alleen. Onder campereigenaren borrelt de onvrede. Op fora en sociale media lucht een grote groep mensen hun hart over de geplande verhoging. Veelgehoorde kritiek: campers worden zelden intensief gebruikt, dus deze stap voelt buitenproportioneel.
“Voor heel wat mensen is een camper gewoon een hobby,” zegt Paul. “We gebruiken ‘m een paar maanden per jaar. Dat is iets heel anders dan een bestelbus of woonauto die dagelijks rijdt. Maar dat onderscheid wil Den Haag niet maken. Iedereen wordt op één hoop gegooid.”
Verhuizen uit protest
Paul denkt er serieus over om Nederland te verruilen voor net over de grens. “Als ik in Duitsland ga wonen, ben ik veel goedkoper uit. Daar betaal je een fractie van wat ze hier vragen. Dan kom ik nog alleen terug om familie te zien. Punt.”
Hij grijnst even, maar zonder vrolijkheid. “Veertig jaar hard gewerkt, altijd keurig belasting betaald. En nu word ik gestraft omdat ik van mijn camper wil genieten. Dat voelt gewoon niet rechtvaardig.”
Wat vind jij?
Vindt jij dat Paul een punt heeft en dat de hogere belasting voor campers onredelijk is, of is het juist logisch dat iedereen naar gebruik of grootte bijdraagt?
Voor Paul is het glashelder: hij voelt zich gepakt door een overheid die niet meer luistert. “Ze roepen dat Nederland een vrij land is, maar als je met je camper van die vrijheid wil genieten, word je afgerekend. Dat noem ik geen beleid, dat is gewoon graaien.”
Hij kijkt naar zijn camper, waar het zonlicht over de lak speelt. “Dit ding gaf me vrijheid,” zegt hij zacht. “Maar straks moet ik ‘m misschien wegdoen. En na er zo lang voor gespaard te hebben, vind ik dat pas echt schrijnend.”