De meeste bestuurders maken deze fout: wie heeft hier voorrang?

Tussen alle verkeersregels en de drukte op de weg kom je als bestuurder situaties tegen die je scherpte testen. Maar wat doe je bij iets wat je niet dagelijks ziet? Stel je voor: je rijdt met de auto en nadert een T-kruising. Terwijl je de boel overziet, zie je van rechts een paard met wagen aankomen. Tegenwoordig zeldzaam, maar zeker mogelijk. De vraag is: wie gaat er eerst?

Moet jij als automobilist voorrang krijgen, of is het juist de paard-en-wagen? Het voelt misschien als iets uit een andere tijd, maar het valt gewoon onder de huidige verkeersregels. Deze vraag test niet alleen je kennis, maar ook hoe je die regels toepast op allerlei soorten weggebruikers.

Heb je al een idee? Denk nog even goed na, het is minder vanzelfsprekend dan je misschien denkt.

Het antwoord

Wie heeft er voorrang bij die T-splitsing: de auto of de paard-en-wagen die van rechts komt? Het verrassende voor veel mensen: de paard-en-wagen gaat voor. Echt waar. Ook al domineren auto’s het straatbeeld, de verkeersregels gelden voor iedereen die iets bestuurt — dus ook voor iemand die een paard en wagen menst.

De crux zit ’m in wat de wet een “bestuurder” noemt. Dat is niet alleen iemand in een auto, op een motor of op een fiets, maar net zo goed degene die een wagen achter een paard leidt. Voor het verlenen van voorrang maakt het type voertuig niet uit; de regel “verkeer van rechts gaat voor” geldt voor allemaal.

Waarom gaat de paard-en-wagen dus eerst? Omdat hij van rechts komt. Zo simpel is het. Het is een basisprincipe in het verkeer dat zorgt voor duidelijke afspraken en daarmee voor veiligheid voor iedereen.

Deze situatie laat mooi zien hoe belangrijk het is dat je de regels kent en alle weggebruikers serieus neemt — snel of langzaam, modern of traditioneel. Kom je bij een T-splitsing en zie je rechts een paard-en-wagen naderen, dan laat je die voorgaan.