Marie is 81, woont in haar eentje in een stil dorp en voelt zich vaak alleen. Ze heeft vier volwassen kinderen die allemaal hun eigen leven leiden. Ze is dol op ze, maar merkt dat de telefoon maar zelden gaat — en vaak alleen als er iets geregeld moet worden. “Mijn kinderen bellen alleen als ze iets nodig hebben,” zegt ze zacht.
Haar leven draaide altijd om het gezin. Ze stond altijd klaar: kleding herstellen, oppassen op de kleinkinderen, een warme maaltijd maken. Vroeger bruiste het huis, met spelende kinderen en de geur van versgebakken koekjes. Nu is het stil; de kinderen zijn uitgevlogen en hebben hun eigen gezinnen.
Ze snapt heus dat iedereen druk is, maar die sporadische belletjes doen pijn. Ze mist gesprekken met diepgang, samen herinneringen ophalen, en gewoon even kletsen zonder dat ze vooral als handige hulp gezien wordt. Als zij zelf belt, krijgt ze vaak korte, gehaaste reacties, en dat maakt haar verdrietig.

Hoewel ze begrijpt hoe hectisch hun levens zijn, voelt ze zich steeds meer teruggetrokken en aan de kant gezet. Ze vult haar dagen met boeken, puzzels en wandelingen, maar de stilte in huis blijft zwaar. Ze wil haar kinderen niet tot last zijn, toch verlangt ze naar verbondenheid en het gevoel dat ze ertoe doet — als moeder, niet alleen als iemand die iets kan oplossen.
Soms vraagt ze zich af of dit haar vooruitzicht is: een stille oude dag, waarin ze de leegte probeert te vullen met tuinieren en bakken. Ze gunt haar kinderen hun volle agenda, maar hoopt op spontane belletjes en momenten van echte nabijheid. Ze verlangt naar de warmte van vroeger en hoopt dat haar kinderen op een dag beseffen hoeveel ze voor hen betekent — niet als redder in nood, maar als de moeder die hen altijd onvoorwaardelijk heeft liefgehad.
Wat zou jij doen in deze situatie?