Herinner jij je nog het tv-programma dat hele dorpen op zaterdagochtend aan de buis kluisterde?

Je kijkt naar een stel dat in een televisiestudio verschijnt. Niet in een kerk of op de dansvloer, maar voor de camera’s. De sfeer is gezellig, een beetje chaotisch, en voelt bijna als een woonkamer. Een enthousiaste presentator met een stralende glimlach stelt de beroemde vraag: “Wie kiest het scherm?” Het spel begint waarbij een van hen een woord op een scherm ziet en het moet omschrijven zonder het te zeggen. Er wordt gelachen, gegist en volop plezier gehad.

Daarna volgen er nog meer avonturen. Een rebus moet gekraakt worden. En dan een ronde waarin stellen moeten raden wat een artikel kost, en iedereen in het publiek leeft enthousiast mee. Je hoort gefluister en uitroepen van verrassing als het gordijn opengaat en de prijzen tevoorschijn komen – een stofzuiger, een mixer, of soms zelfs een weekendje weg.

Vervolgens zie je een panel van bekende Nederlanders die cryptische beschrijvingen geven. Maar wie zegt de waarheid en wie zit op de leugenbank? Bekende gezichten zoals Adele Bloemendaal, Gerard Cox, Patricia Paay en wellicht Gerrie Knetemann verschijnen. Je wordt meegetrokken in de sfeer van het spel, de gezelligheid en de knusse sfeer van een show waar niet alleen de competitie maar ook de gezelligheid centraal stond.

Welk programma is dit?

Antwoord:

Dit is Wiekentkwis, de legendarische quizshow van Fred Oster waar toekomstige, koperen en zilveren paren het tegen elkaar opnamen in gezellige en huiselijke spelrondes. De quiz werd een klassieker in de Nederlandse televisiegeschiedenis. Niet door spektakel, maar dankzij de oprechte charme en herkenbare deelnemers: gewone mensen met hun eigen verhalen.

Van het schermspel tot het raden van prijzen, van rebussen tot de leugenbank – elk onderdeel zorgde ervoor dat families samen voor de televisie zaten. Wat maakte het extra speciaal? De prijzen. Wanneer het gordijn openging, klonk er een welgemeend “Ooooooh!” uit het publiek. En zelfs de familieleden in het publiek kregen na afloop een kleinigheidje mee naar huis.

Het was televisie uit een tijd waarin hartelijkheid en menselijkheid de belangrijkste rollen speelden. Geen glamour, geen marketingtrucs – gewoon spelletjes, plezier en een flinke dosis Hollandse gezelligheid op z’n best.