Joop (69) wilde lekker uit eten, maar worstelde met Engelse bediening

Joop, een man van 69 jaar, besloot op een avond in Amsterdam uit eten te gaan. Het is iets wat hij vaker doet en hij kijkt er altijd naar uit. Maar deze keer verliep de avond anders dan gepland.

In plaats van een ontspannen avond vol heerlijk eten en gezelligheid, stuitte hij op een onverwachte uitdaging. Alles begon toen hij het restaurant binnenliep.

“Ik was klaar voor een leuke avond,” begint Joop te vertellen. Hij zag uit naar een smakelijk diner in een knus restaurant in Amsterdam, zoals hij gewend is. Maar voordat hij goed en wel kon zitten, besefte hij dat er iets niet klopte.

Toen hij om een tafel vroeg, begroette men hem met een vriendelijke ‘Hello, how are you?’ Eerst dacht hij dat het een grapje was, maar al snel bleek dat niet zo te zijn.

Scroll naar onder voor meer…

 

Onbegrip in eigen land

Joop, die gewend is zijn hele leven in Nederland te wonen en Nederlands te spreken, voelde zich ineens alsof hij in het buitenland was. “Het voelde raar,” zegt hij. Hij probeerde het in het Nederlands, maar de jonge serveerster begreep hem niet. “Ze keek me gewoon aan zonder te reageren.”

Al snel werd het duidelijk dat niemand van het personeel Nederlands sprak. Toen hij vroeg of er iemand was die Nederlands kon, werd hij opnieuw in het Engels aangesproken. Joops frustratie groeide met de minuut.

De geïrriteerde blikken van de medewerkers vielen hem het meest op. “Ze rolden met hun ogen en zuchtten, alsof ik hen tot last was,” vertelt Joop ongelovig. En dat terwijl hij gewoon een maaltijd wilde bestellen, in zijn eigen taal.

Voor Joop, die gewend is moeiteloos in zijn moedertaal te communiceren, was dit onacceptabel. “Het leek alsof ze niets deden om me te helpen,” zegt hij. “Ze lieten me in de steek, zonder enig begrip.”

Een onzichtbare klant

Joop voelde zich buitengesloten en ongewenst, alsof hij er niet toe deed. “Het leek alsof je daar alleen welkom was als je Engels sprak,” voegt hij eraan toe. “Dat maakte me echt verdrietig.”

Hij snapt wel dat Amsterdam een internationale stad is met veel toeristen. Engels kan vaak handig zijn, maar waarom niet ook Nederlands spreken in een Nederlands restaurant?

“Ik hoef toch niet naar het buitenland om Engels te spreken?” vraagt hij zich af. “Waarom kunnen ze niet beiden spreken? Engels voor toeristen en Nederlands voor mensen zoals ik?”

Joops verhaal raakt aan een veelbesproken probleem. Veel oudere Nederlanders, die gewend zijn hun hele leven in hun moedertaal te communiceren, merken dat dat steeds minder vanzelfsprekend is.

“Het voelt alsof Nederland steeds minder van ons wordt,” klaagt Joop. “We moeten ons naar de toeristen aanpassen, terwijl dat vroeger andersom was.”

Deze ervaring heeft Joops vertrouwen geschaad. “Ik ga daar niet meer heen,” besluit hij. “Het ging niet om het eten. Dat weet ik niet eens, want ik heb uiteindelijk niets besteld. Maar omdat ik me totaal niet welkom voelde in mijn eigen stad.”

Joop onderstreept hiermee een gevoelig punt: de toenemende internationalisering van steden als Amsterdam, waar toerisme soms boven de lokale gemeenschap wordt gesteld.

Zijn verhaal herinnert ons eraan dat, terwijl we een internationale gemeenschap omarmen, het belangrijk blijft de lokale cultuur en taal te respecteren. “Vooral als we in Nederland zijn,” zegt Joop vastberaden. “Dan wil ik gewoon Nederlands kunnen praten.”