Restaurant eigenaar Johan weigert mensen met tattoos aan te nemen

Tatoeages zijn niet welkom in mijn restaurant

Al twintig jaar leid ik mijn restaurant met een strikt regime. Alles moet perfect zijn: van het tafellinnen tot de glazen, en natuurlijk het personeel. Gastvrijheid begint met de juiste uitstraling, en bij mij betekent dat een onberispelijke look. Dus: geen tatoeages.

Ik heb geen persoonlijke problemen met mensen die ze hebben, begrijp me niet verkeerd. Maar tatoeages geven een chaotische, aanwezige en soms asociale indruk. Een ober met een doodshoofd op zijn arm verandert echt de vibe. En dat is iets wat ik niet wil.

Sollicitaties met inktafdrukken belanden bij het oud papier

De afgelopen tijd zie ik het steeds meer: jongeren met armen vol tattoo-ontwerpen, nekversieringen, soms zelfs op hun gezicht. Het lijkt wel alsof ze nooit een serieuze job willen. Ik kijk ernaar en denk: je hebt je kansen verpest, joh.

Bij een sollicitatie draait alles om die eerste indruk. En met tattoos geef je meteen de verkeerde af bij mij. Geen discussie mogelijk. Wil je jezelf ondertekenen, prima. Maar verwacht niet dat ik je toelaat in een professionele omgeving waar representativiteit essentieel is.

Tatoeages zijn geen kunst, het is moedwillige beschadiging

Laten we eerlijk zijn: tattoos zijn geen kunstwerken. Het zijn permanente tekeningen op je huid. En ik moet daar elke dag naar kijken, net als mijn gasten. Voor mij zijn ze een symbool van verzet tegen normen en waarden. Dat hoeft niet in mijn buurt.

Tattoos worden steeds normaler in de maatschappij, maar dat maakt ze niet geschikt voor een professionele setting. Net zoals een gescheurde spijkerbroek niet past in een representatieve omgeving. In mijn restaurant serveer je geen wijn met een doodshoofd op je hand of een slang die je mouw uit kruipt.

Jongeren denken alleen aan het hier en nu

Wat mij misschien nog wel het meest irriteert? De impulsiviteit zonder nadenken. Jongeren laten zich op hun achttiende tatoeëren zonder te overwegen wat dat betekent voor hun toekomst. Het lijkt wel alsof het ze niet kan schelen. Alsof ze denken dat ze alles wel aankunnen.

Maar als ze dan hier komen solliciteren en ik zeg “nee” wegens die tattoos, dan schreeuwen ze “discriminatie.” Nee, dat is het gevolg van keuzes maken. Jij koos voor die tatoeage; ik kies ervoor je niet aan te nemen. Eerlijk toch?

Mijn restaurant, mijn regels

Ik streef naar een bepaalde uitstraling. Die uitsluiting van zichtbare tatoeages is mijn ondernemersrecht. Het gaat hier niet om haarkleur of afkomst. Het is iets wat je zelf hebt laten zetten—een bewuste keuze dus.

En dan krijg je de kritiek: ik zou ouderwets zijn, bevooroordeeld, misschien zelfs discriminerend. Maar ik run een succesvolle zaak, geen tattoo-shop. Mijn klanten verwachten stijl en sereniteit, geen chaos en inktvlekken. Dat verwacht ik ook van mezelf als eigenaar.

Stel jezelf de vraag: waar ligt jouw grens?

Is het problematisch dat ik dit standpunt inneem? Misschien. Maar moet ik mijn normen aanpassen aan voorbijgaande trends? Absoluut niet. Laat mensen met tattoos werken waar dat beter past. Mijn restaurant is daar gewoon niet voor.

Waar denk jij dat de grens ligt? Vind jij het normaal als een ober met een spin op zijn nek je wijn brengt? Of een serveerster met “NO REGRETS” op haar hand je bestelling opneemt? Voor mij is dat simpelweg onprofessioneel.

Wat is jouw keuze?

Dus ja, ik neem geen mensen aan met tatoeages. Niet omdat ik hen niet mag, maar omdat ik standaarden heb. Mijn zaak draait al twintig jaar op stijl, klasse en discipline. Tattoos passen daar gewoon niet bij, simpel zat.

En nu vraag ik het aan jou: wat zou jij doen? Zou je meebuigen met de sociale druk? Of vasthouden aan je eigen normen? Ik kies ervoor om mijn standaard te behouden. Want een solide reputatie bouw je op met kwaliteit, niet met inkt.