De overheid raadt aan dat je per volwassene zeventig euro in je noodpakket legt. Jaap noemt dat het meest losgezongen advies dat hij in tijden heeft gehoord. Hij vindt het bijna komisch dat iemand gelooft dat papier je redt wanneer alles ontwricht is.
Hij snapt dat het advies bedoeld is om je gerust te stellen, maar volgens hem werkt het juist averechts. Het geeft een schijngevoel van veiligheid. Dat contant geld zonder infrastructuur blijft werken, vindt hij onvoorstelbaar.
In de communicatie gaat het over de eerste 72 uur na een ramp. Jaap zegt dat die uren juist het meest chaotisch zijn. Niemand denkt dan aan gepast afrekenen. Je probeert te overleven, water te regelen en beschutting te vinden in totale onzekerheid.
Als geld weinig voorstelt
Jaap wijst erop dat zonder stroom winkels niet open gaan. Betaalapparaten liggen eruit. Koelingen stoppen. Transport valt stil. Hij vraagt spottend wie er dan precies nog iets aan contant geld heeft. Volgens hem is de overheid de realiteit uit het oog verloren.
Voor hem is het helder: zonder basisvoorzieningen is geld weinig waard. Niemand ruilt een brood voor een tientje als honger dreigt. Dan telt niet wat er op een biljet staat, maar wat je daadwerkelijk kunt gebruiken om door te kunnen.
Het is volgens hem naïef te denken dat het vertrouwen in geld blijft bestaan wanneer systemen instorten. Geld werkt alleen zolang mensen het accepteren. In noodsituaties opent niemand zijn voorraad voor papieren beloftes zonder directe waarde.
Ruilspullen met echte waarde
Als paniek toeslaat, worden ruilmiddelen volgens Jaap veel belangrijker. Hij noemt sigaretten, sterke drank en energierepen als waardevolle items. Hij verwacht dat mensen zelfs zeep, lucifers, lampolie of warme handschoenen ruilen als het echt nijpend wordt.
Dergelijke spullen hebben direct nut en krijgen daardoor automatisch waarde. Ze leveren warmte, voeding of licht. Dat zijn volgens hem de echte overlevingsfactoren. Papier stilt geen honger, biedt geen veiligheid en voegt praktisch niets toe.
Hij reageert fel op het deel van het advies dat bankapps bruikbaar zouden moeten blijven. Zonder elektriciteit opent niemand een app, zegt hij. Hij noemt het technologische tunnelvisie. Volgens hem is het een voorbeeld van beleid zonder crisiservaring.

Volgens Jaap puur symboolpolitiek
Hij zegt dat het geldadvies vooral symboolpolitiek is. Het klinkt ordelijk en beheersbaar, maar volgens hem is het misleiding. Burgers worden een fantasiebeeld ingeduwd waarin rampen keurig verlopen, terwijl echte crises altijd chaotisch zijn.
Hoe langer hij erover nadenkt, hoe scherper zijn toon wordt. Voor Jaap is het duidelijk dat eurobiljetten in een envelop veel minder waard zijn dan bliksoep, zaklampen, multitools of waterfilters. Hij vindt dat de overheid die logica bewust negeert.
Hij herinnert aan verhalen van oorlogsgeneraties die sieraden ruilden voor brood of schoenen. De geschiedenis laat zien dat waarde in nood radicaal verschuift. Volgens hem wil de moderne samenleving dat niet erkennen uit angst voor ongemak.
Wat er in zijn noodtas gaat
Jaap vindt dat je eerlijker geïnformeerd moet worden. De overheid zou moeten zeggen dat contant geld hooguit optioneel is. Volgens hem moet eindelijk worden toegegeven dat tastbare middelen in een ramp de enige echte zekerheid bieden.
Hij stelt zelfs dat ruilmiddelen een nieuwe rampeneconomie vormen. In zijn ogen is dat logisch menselijk gedrag. Wie dat ontkent, begrijpt weinig van overlevingsdrang, zegt hij, en hij wordt daar steeds compromislozer in.
Daarom stopt hij opvallend praktische spullen in zijn eigen kit. Hij bewaart lucifers, bliksoep, sterke drank, energierepen en warme sokken. Hij noemt het zijn ‘overlevingsvaluta’. Hij vindt dat je zelf moet blijven nadenken in plaats van beleid blind te volgen.
Volgens Jaap laat het geldadvies zien hoe ver overheid en werkelijkheid uiteenlopen. Beleidsmakers zitten volgens hem veilig achter bureaus. Hun adviezen mikken te veel op orde, terwijl noodsituaties vooral chaos brengen en improvisatie vragen.
Jouw afweging
Jaap wil dat de samenleving realistischer wordt. Eerlijkheid is belangrijker dan cosmetische geruststelling, zegt hij. Hij vindt dat burgers het gesprek moeten voeren over echte risico’s in plaats van papieren symbolen. Zijn toon blijft fel en strijdlustig.
De bal ligt nu bij jou. Is Jaaps scherpe standpunt overdreven, of wijst hij juist op een harde realiteit die overheid en burgers liever niet zien? En welke spullen zouden volgens jou echt waarde hebben in de eerste dagen na een ramp?