Vraag je in Nederland naar beruchte winters, dan hoor je meestal 1963 of 1956. Toch is er nog een winter die net zo goed aandacht verdient: 1985. Die periode raakt vaak ondergesneeuwd door de echte legendes, maar hoort wel degelijk bij de heftigste winters van de tweede helft van de twintigste eeuw. In lijstjes met strenge winters staat 1985 hoog genoteerd en met temperaturen die tot rond –20 °C doken, heeft die winter zijn plek tussen de meest extreme kouperiodes ruimschoots verdiend.
Een kalme start van de winter
De winter van 1984-1985 begon zonder franje. December verliep wisselvallig en niets wees op een uitzonderlijk koud vervolg. Dat veranderde in januari, toen een krachtige oostenwind kurkdroge, ijzige lucht aanvoerde en het weerbeeld in één klap omgooide.
8 januari 1985: de nacht die het tij keerde
In de nacht van 8 januari sloeg de kou hard toe. In delen van Zuid-Nederland daalde het kwik tot –19,5 °C, de strengste vorst in jaren. De vrieskou hield vervolgens dagen aan. Bevroren waterleidingen, spekgladde wegen en haperende voorzieningen zetten het dagelijkse leven flink onder druk.
Februari: de kou slaat opnieuw toe
Na de felle start in januari volgde in februari een tweede offensief. Midden in de maand noteerde Eindhoven zeven etmalen op rij met strenge vorst—iets wat je nu nog zelden ziet. Door het aanhoudende vriezen groeide het ijs snel aan en brak overal in het land de schaatskoorts los.

21 februari: in één klap gedaan met de kou
Zoals wel vaker in onze winters sloeg het weer plotseling om. Op 20 februari vroor het in Eindhoven nog ruim tien graden; een dag later bleef het maar net onder nul. Die bliksemsnelle sprong van strenge vorst naar bijna dooi vat de grilligheid van deze winter perfect samen.
Elfstedentocht op het nippertje
Ondanks de naderende dooi ging op 21 februari toch de Elfstedentocht door. Het ijs was verre van ideaal: scheuren, bros oppervlak en verraderlijke plekken maakten de rit zwaar en riskant. Toch haalden veel rijders de finish, waardoor de editie van 1985 een eigen status kreeg. Niet zo meedogenloos als 1963, maar wel uitzonderlijk gezien de omstandigheden.
Daarom blijft 1985 speciaal
Het was geen onafgebroken diepvrieswinter met een fors negatieve gemiddelde temperatuur, maar wel eentje vol extremen. Diepe minima, dagenlang strenge vorst, een laat verreden Elfstedentocht en flinke temperatuurschommelingen maakten het seizoen uniek. In overzichten van zware winters duikt 1985 steevast rond plek vier op—een positie die dankzij die extremen volledig terecht is.
Een winter die je bijblijft
Hoewel hij minder vaak wordt genoemd dan 1963, hoort 1985 absoluut thuis tussen de iconische Nederlandse winters. De mix van plotselinge kou-invallen, extreme minima, een schaatsklassieker op het randje en een lange vorstperiode zorgde voor een winter die je niet snel vergeet.