Ik zei mijn moeder dat ze me niet meer moest bellen, ik was te druk – tot het te laat was

Dagen die in een waas voorbijschoten

Het voelde alsof ik op een eindeloze lopende band stond.
Werk, kids, koken, was doen, huiswerk begeleiden — en dan compleet gesloopt in bed ploffen.
Ik was 44, moeder van drie, en had steeds het idee dat de tijd me te snel af was.

In al die hectiek was er één vaste factor: mijn moeder.
Ze belde elke dag.
Altijd precies wanneer het níet handig was.
Met die zachte stem van haar:

“Hé lieverd, hoe is het vandaag met je?”

Ze kletste over de tuin, de buurvrouw, het weer. Van die kleine dingen.
Dingen die ik toen achteloos vond — maar die nu alles waard zijn.

De woorden die ik niet meer kan terugdraaien

Op een avond, midden in de drukte van werk en gezin, ging de telefoon opnieuw.
Ik zuchtte, voelde irritatie opborrelen en zei harder dan ik wilde:

“Mam, ik heb het veel te druk! Wil je alsjeblieft niet zo vaak meer bellen?”

Aan de andere kant bleef het even stil.
Toen fluisterde ze:

“Is goed, lieverd. Ik snap het.”

Daarna belde ze niet meer.

Wat daarna stilviel

Eerst voelde ik opluchting.
Eindelijk stilte.
Geen belletjes, geen onderbrekingen.

Maar na een paar dagen werd die rust benauwend.
Er kwamen geen appjes meer. Geen foto’s van haar bloemen, geen “goedemorgen” meer.

Toen besloot ik naar haar toe te gaan.
De gordijnen waren dicht. Haar fiets stond nog voor de deur.
Ik klopte — geen reactie.

Met lood in mijn maag deed ik de deur open. Binnen hing die vertrouwde mix: koffie, lavendel, haar geur.
En daar lag ze.
Zo rustig.
Zo vredig.
Alsof ze gewoon lag te slapen.

Ik zei haar naam. Nog een keer.
Maar het bleef stil.

Mijn moeder was weg.

De les die ik te laat leerde

Sinds die dag draag ik haar stilte met me mee.
Ik had haar nog zoveel willen vertellen.
Nog één keer haar stem horen, haar vasthouden, zeggen hoe dankbaar ik ben.

Maar spijt geeft geen antwoord.
Spijt heeft geen stem.
Alleen echo’s van zinnen die te laat waren.

Voor jou die dit leest

We gaan er vaak vanuit dat er morgen nog tijd is.
Nog een moment om te bellen.
Nog een keer om langs te gaan.

Maar soms komt morgen niet.

Dus als je moeder er nog is —
bel haar.
Luister naar haar verhalen, ook als je ze al tig keer hebt gehoord.
Laat merken dat je luistert.
Dat je haar ziet.
Dat ze ertoe doet.

Er komt een dag dat je telefoon stil blijft,
en dan wens je dat ze nog één keer belt.
Niet omdat ze iets van je nodig heeft.
Maar gewoon…
omdat ze van je houdt. ❤️