De wolf is terug — en de discussie barst los
Na jaren afwezigheid is de wolf weer in Nederland opgedoken, en dat zie je terug in het verhitte debat. Boeren maken zich zorgen om hun schapen en kalfjes, natuurliefhebbers willen het dier beschermen en politici zoeken naar een snelle fix. Een vaak gehoorde oplossing is het doden van wolven om schade te beperken. Klinkt logisch, maar onderzoek laat iets anders zien: afschieten pakt meestal niet goed uit en kan de ellende zelfs vergroten.
Waarom afschieten vaak averechts werkt
Wolven leven in roedels met een strakke sociale structuur. De ervaren dieren, vaak het leidende paar, bepalen de jacht en houden de boel bij elkaar. Als zo’n sleuteldier wegvalt, valt de organisatie uiteen. Jongere, onervaren wolven missen dan begeleiding en kiezen sneller voor de makkelijkste hap — vaak schapen — in plaats van herten of zwijnen.
Daarnaast raken roedels versnipperd zodra er op hen gejaagd wordt. Kleine groepjes of alleen rondtrekkende wolven hebben het lastiger met wilde prooien en wijken sneller uit naar vee. Alsof dat nog niet genoeg is, kan afschot de voortplanting juist aanwakkeren: verdwijnen oudere dieren, dan gaan jongeren eerder paren. Gevolg: meer wolven in plaats van minder. Onderzoek, onder meer gepubliceerd in Biological Conservation, koppelt afschot zelfs aan een stijging van het aantal aanvallen op vee; in sommige gebieden nam het aantal incidenten met grofweg een kwart toe nadat er gejaagd werd.
Wat we van onze buren leren
In landen waar wolven al langer rondlopen, ligt de nadruk niet op bestrijden, maar op voorkomen. Duitsland en Frankrijk zetten al jaren in op wolfwerende omheiningen en kuddebewakingshonden. Die combinatie verkleint het risico op schade flink en geldt daar als basisbescherming in wolvengebieden.
Ook België laat zien dat het werkt. Het Wolf Fencing Team Belgium hielp al bij de plaatsing van meer dan 150 beschermende afrasteringen. Waar die hekken goed zijn aangelegd en onderhouden, zijn aanvallen op vee zeldzaam. De boodschap is duidelijk: preventie scoort beter dan de trekker overhalen.
Vier maatregelen die echt iets opleveren
Wolfwerende hekken: Een stevig, elektrisch hek van minimaal 1,20 meter met meerdere geleiders op de juiste hoogte vormt voor wolven een duidelijke barrière. In Duitse leefgebieden is dit inmiddels standaard, en cijfers laten zien dat je er serieuze schade mee voorkomt — mits het hek strak staat en de stroom op orde is.
Kuddebewakingshonden: Rassen zoals de Pyrenese Berghond lopen met de kudde mee, slapen ertussen en werken als een levende afschrikking. In landen als Frankrijk en Italië doen ze dit al generaties lang. Goed getrainde honden verlagen het risico aanzienlijk, zeker in combinatie met een deugdelijke afrastering.
Snel kadavers weghalen: Blijft een dood dier in het land liggen, dan nodig je roofdieren onbedoeld uit. Door karkassen direct te verwijderen, voorkom je dat wolven vee gaan zien als makkelijke maaltijd en dus als interessante voedselbron.
Licht en geluid: Fel knipperende lampen of tijdelijke geluidsprikkels kunnen wolven op afstand houden, bijvoorbeeld rond nachtkralen. Wissel deze middelen af en combineer ze met hekwerk, zodat dieren er niet aan wennen.
Waarom de roep om afschot toch aanhoudt
Dat er alsnog vaak naar afschieten wordt gegrepen, heeft veel te maken met begrijpelijke frustratie. Verlies je vee, dan wil je iets wat direct effect heeft. Politiek oogt afschot ook simpel en doortastend. Alleen laten de feiten weinig ruimte: op de langere termijn werkt het meestal niet en verergert het de problemen. Daarbij wordt de angst voor wolven vaak overschat. Wolven mijden mensen doorgaans, en aanvallen op mensen zijn in Europa extreem zeldzaam. Gedoe ontstaat vooral als we niet voorbereid zijn op hun aanwezigheid.
Kortom: zet in op preventie, niet op kogels
Schieten lijkt een snelle oplossing, maar werkt niet en kan de schade juist vergroten. Slim voorkomen — goede hekken, bewakingshonden, snel kadaverbeheer en waar nodig licht- en geluidsafschrikking — levert aantoonbaar betere resultaten op. Nederland kan veel leren van Duitsland, Frankrijk en België, waar deze aanpak al jaren draait. Zie de wolf niet als onvermijdelijke bedreiging, maar als een dier waarmee je prima kunt samenleven, zolang je je erf goed beveiligt. Zo bescherm je je vee én blijft de natuur in balans.