Iedereen wist dit op de basisschool: slaag jij nog voor deze simpele quiz?

Op socials verschijnen vaak korte rekenspeltjes die je brein even prikkelen. Een van de meest gedeelde voorbeelden is deze schijnbaar simpele uitdrukking:

5 + 5 × 5 + 5

Veel mensen tellen alles meteen bij elkaar op, maar als je de rekenregels niet goed volgt, kom je vanzelf op een verkeerd antwoord uit.

De correcte bewerkingsvolgorde

In de wiskunde geldt standaard:
vermenigvuldigen komt vóór optellen.

Je begint dus niet links, maar pakt eerst de vermenigvuldiging aan:

5 × 5 = 25

Vervolgens tel je de rest op:

5 + 25 + 5 = 35

Het antwoord

Het enige juiste antwoord is 35.

Waarom dit vaak misgaat

Deze brainteaser laat zien hoe snel je geneigd bent van links naar rechts te rekenen zonder stil te staan bij de volgorde van bewerkingen. Juist die valkuil maakt dit soort korte sommen zo populair: makkelijk te delen, maar net uitdagend genoeg om discussie uit te lokken.