Evelien (34) heeft een zoon van zes en was laatst helemaal van haar stuk. Na een speelafspraakje bij een klasgenoot kreeg haar kind daar een koekje aangeboden, terwijl ze juist heel duidelijk had doorgegeven wat hij wel en niet mocht eten. Voor veel mensen lijkt dat misschien een futiel voorval, maar voor haar speelt er meer mee. Het gaat haar niet alleen om gezonde gewoontes, maar net zo goed om het volgen van de afspraken die ze als ouder maakt.
Het ging om een standaard speelafspraak na school. Zoals ze altijd doet, gaf Evelien een helder lijstje mee aan de ouder bij wie hij ging spelen—dit keer de moeder van zijn vriendje. Daarop stond precies wat oké was en wat niet, zoals geen snoep, koekjes en bepaalde soorten frisdrank. Ze had er goed over nagedacht en alles duidelijk geformuleerd.

Opvoeding en vertrouwen
Dat moment hakte er flink in bij Evelien, vooral omdat haar duidelijke verzoek naast zich neer was gelegd. Toen haar zoon vrolijk vertelde over het koekje dat hij had gekregen, voelde ze haar boosheid opborrelen. Hoe kun je zo makkelijk voorbijgaan aan wat een ouder nadrukkelijk vraagt?
Ze is niet streng om het streng zijn. “Ik let echt op wat mijn kind binnenkrijgt,” zegt ze. In dat koekje zaten precies de dingen die ze probeert te vermijden. Voor haar is voeding een basis in de opvoeding. “Een kinderlichaam is kwetsbaar, en wat je geeft heeft meteen invloed op hun ontwikkeling en welzijn,” legt ze uit.
Maar haar teleurstelling ging verder dan dat ene hapje. Ze had verwacht dat de andere ouder haar verzoek zou volgen. Het draait voor haar om meer dan eten alleen; het gaat om vertrouwen onder ouders. “Als ik aangeef iets niet te willen, wil ik dat dat serieus wordt genomen.” Het vertrouwen dat ze had, voelt nu aangetast.
Evelien blijft zich afvragen hoe je zulke concrete afspraken kunt negeren. “Als ik zeg wat mijn zoon wel en niet mag, is het toch niet ingewikkeld om je daaraan te houden?” Haar boosheid komt vooral voort uit het idee dat haar keuzes als ouder zomaar terzijde zijn geschoven. “Het is niet alleen dat koekje,” zegt ze. “Het gaat erom dat iemand denkt beter te weten wat goed is voor mijn kind dan ikzelf.”
Deze ervaring zet haar aan het denken over hoe andere ouders met gedeelde afspraken omgaan. Ze merkt dat niet iedereen dezelfde waarde hecht aan bewuste voeding en opvoedregels. “Ik wil niet overkomen als een ouder die overal bovenop zit, maar dit is voor mij essentieel: de gezondheid van mijn kind.”
Vooruitkijkend hoopt ze op meer begrip en respect van andere ouders. Ze blijft trouw aan haar principes, ondanks deze tegenvaller. “Ik snap dat niet iedereen even strikt is als ik, maar als iemand duidelijk aangeeft wat hun kind wel of niet mag, dan moet je dat respecteren,” zegt ze met een diepe zucht.
Uiteindelijk wil Evelien dat ouders elkaar steunen, ook als je het niet op ieder punt eens bent. “Hoe kun je van kinderen verwachten dat ze respectvol met elkaar omgaan als wij dat zelf niet doen?” vraagt ze zich af. Ze hoopt dat haar verhaal anderen aanspoort bewuster om te gaan met de keuzes die ze voor elkaars kinderen maken.